Het pedagogisch project

Le Petit Foriest
Het opleidingscentrum voor leefmilieu van de gemeente
Sint-Lambrechts-Woluwe

De leerlingen van de lagere scholen uit Sint-Lambrechts-Woluwe, ongeacht het net waartoe ze behoren, kunnen gedurende een of twee weken op groenklas komen.
De belangrijkste bedoeling van Le Petit Foriest is om met de scholen samen te werken. Maar dat neemt niet weg dat we sinds onze oprichting altijd een open houding gehad hebben om uitwisselingen op te starten met andere organisaties zoals de Fédération belge francophone des fermes d’animation  en de European Federation of City Farms (EFCF) waar we lid van zijn.

Op school leren de kinderen kennis vergaren en vaardigheden verwerven en het pedagogische hulpmiddel dat onze boerderij vormt kan er zeker toe bijdragen dat de vooropgestelde doelen gehaald worden. Verder helpen wij ook om bepaalde houdingen en gedragingen bij te sturen om tot een beter een eerlijker gebruik van de natuurlijke grondstoffen van onze planeet te komen.
Kinderen aan de start van de lagere school zijn zeer vatbaar voor een speelse, wetenschappelijke, zintuiglijke en pragmatische benadering die hen toelaat om kennis te maken met de aarde en haar voortbrengselen zoals de boerderijdieren en de semi-natuurlijke omgeving van de boerderij.
Deze eerste activiteiten waarin de kinderen ondergedompeld worden, vormen een noodzakelijke inleiding op complexere en algemenere begrippen, iets wat typisch is voor milieuproblemen. Deze begrippen zijn dan weer afgestemd op kinderen aan het eind van de lagere school:

Een overzicht van de mogelijke doelstellingen:
-  Een verband leggen met hun dagelijkse leven

-  De oorsprong van de voedingswaren en hun verband met de gezondheid leren kennen
-  Bewust worden van zijn lichaam en nieuwe psychomotorische oefeningen doen.
-  Het verband leggen tussen welzijn en beweging.
-  De tijd meten die een levend wezen nodig heeft om zich te ontwikkelen.
-  De al dan niet natuurlijke cyclische fenomenen ontdekken.
-  Zicht ontplooien door het contact met dieren en planten en ondertussen ook hun noden en grenzen leren kennen.
-  Zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf en voor anderen, dus solidariteit met en respect voor anderen en
   voor voorwerpen ontwikkelen.

-  In staat zijn om zelfstandig opdrachten uit te voeren na daarover met een monitor gesproken te hebben.
-  Zich bewust worden van het feit dat het leefmilieu een samenhangend en onderling afhankelijk systeem vormt
   waarin de mens wel tussenkomt maar waarvoor hij tot op heden nog altijd van afhankelijk is om te overleven.

-  Opnieuw leren om te observeren, om te ontdekken, om te voelen en om daar plezier aan te beleven.
-  Experimenteren om hypothesen te verifiëren, deze bevestigen door op voorhand, tijdens en na de groenklas
   informatie op te zoeken.

-  Verwerven van competenties op het vlak van analyse, nadenken, kritische ingesteldheid en leren om juiste keuzes
   te maken.

-  Interesse aankweken voor groenten en fruit, en voor granen en peulvruchten, en deze een juiste plaats in het
   voedingspatroon geven.


Hoger , Wegwijzer